dinsdag 30 juni 2009

De Harmonie

















In onze rubriek stadscafés houden we vandaag halt in brasserie de Harmonie in Ronse.

Ronse is vandaag zo een beetje een vergeten stad. Dat is echter niet altijd zo geweest. Al sinds midden de dertiende eeuw was het een belangrijk textielcentrum. Deze positie heeft de stad pas onlangs, vanaf de jaren 1960, moeten opgeven. Naast heel wat arbeiderswoningen, die je tot over een jaar of tien zelfs met je visakaart kon aankopen, is er dan ook heel wat mooie burgerlijke architectuur, art-deco in het bijzonder, in de stad terug te vinden. Zo is ook de Harmonie op de grote markt qua interieur zeker een bezoekje waard.

Maar veel belangrijker dan dat, is dat je in voornoemde brasserie de lekkerste pint van de hele wereld kan drinken. Neen, pils is niet overal hetzelfde. Er is verschil tussen de merken, maar nog veel meer verschil tussen de manieren waarop het pint getapt wordt. Een perfecte temperatuur, propere leidingen, de juiste druk... het speelt allemaal zo'n belangrijke rol in de uiteindelijke smaak van uw pint. Hier krijg je ze geschonken zoals je ze nergens geschonken krijgt: een heerlijk stevig schuimlaagje dat lichtjes over de rand loopt (de overvloed), zachte condens die zich vormt op het glas (de versfrissing), heerlijke kleine belletjes die speels je gehemelte strelen (de verleiding) als je het bitterzoete gerstensap naar binnen giet (...).

Tja, ik weet het, het is dorstig weer vandaag. Proost.

maandag 29 juni 2009

Un manouche avec guitare

















Ok, hij (of zij) lijkt niet op onze Jacko, maar wie weet nog wie er wel op leek. Ondertussen is de Urban Culture wel gewijzigd. Waar in de jaren '80 het downtown geweld nog centraal stond, is het vandaag terug toegelaten zich gewoon te amuseren, ook in 't stad ! Voor inspiratie: Thomas Dutronc

zondag 28 juni 2009

Het café van de toekomst

















Het café van de toekomst zal er ongeveer uitzien zoals op het plaatje.
Op de dakterrassen van appartementsgebouwen worden vakkundig luchtige serres ingericht met binnenin een weelderige plantengroei en honderden prachtige zeldzame vogeltjes die over en weer fladderen. Voor de kindjes is een klimrek ingericht en de allerkleinsten kunnen terecht in de opvang. Elke toren zal zo z'n eigen plekje inrichten waar je winter en zomer terecht zal kunnen voor een stukje paradijs op aarde. Niet op drie uurtjes vliegen, maar gewoon zeven hoog.

zaterdag 27 juni 2009

Een kwestie van geloof

















Steden gedijen goed aan samenvloeiingen van rivieren. Leshan (foto boven), een 6,5 milj. inwoners tellend stadje in de Chinese Sichuan provincie, is zo ontstaan waar de Minjiang, Dadu en Qingyi elkaar ontmoeten.

Die ontmoeting liep niet steeds even gemoedelijk. De turbulenties in het water zorgden ervoor dat schepen de plek amper konden bevaren. Een goed geloof in een betere wereld hielp echter. In de 8ste E begonnen enkele monniken een reuzenboeddha uit de rotsen te houwen (foto onder). De steenafval die op de plek van de samenvloeiing in de rivieren gekieperd werd, bracht kalmer vaarwater, een nieuwe verkeershub voor riviertransport in het hartje van China en een flinke stad voort.

Zo zie je maar: een stadsontwikkeling is louter een kwestie van geloof.

vrijdag 26 juni 2009

Mediacité

















Midden 2007 was deze plek in Luik nog een enorme bouwput. Waar ooit de vroegere walserijen van Longdoz ruw staal in platen walsten, zijn ze vandaag de laatste hand aan het leggen aan een nieuwe economische pool van ongeveer 6,5 ha, op wandelafstand van de binnenstad.

Op zich is dit niets nieuw. In elke stad worden oude, in onbruik geraakte terreinen omgetoverd tot dat nieuwe centrum waar de stad al enkele decennia lag op te wachten. Wat maakt Mediacité dan toch bijzonder.

Vooreerst misschien omdat het hier over een zuiver privaat initiatief gaat. Waar in andere steden heel wat publieke middelen in dergelijke projecten geïnvesteerd worden, krijgt de ontwikkelaar, Wilhelm & Co, dit in Luik in z'n eentje rond. Maar nog meer bijzonder is het feit dat het hier niet enkel om het zoveelste banaal shoppingcentrum gaat zoals andere steden er twaalf in een dozijn produceren.

Hier werd gekozen om, in de hoop te kunnen surfen op het succes van de Luikse filmmakers Dardennes, een mediadorp op te richten met allemaal bedrijfjes actief in de film- en mediaindustrie. De komst van het nieuwe productiecentrum van de RTBF was dan wel noodzakelijk. Deze laatste konden ze lokken door zeer aantrekkelijke voorwaarden aan te bieden.

Nu goed, we zullen nog moeten zien of het allemaal zal lukken. Maar hier leren we alvast uit dat de overheid niet het alleenmonopolie heeft op stadsontwikkeling, in tegendeel. Sociale woningen heeft de ontwikkelaar niet voorzien, wel zo'n 1200 arbeidsplaatsen in het centrum van de stad.

donderdag 25 juni 2009

State of The European Cities

















In 2007 heeft de Europese commissie een "state of the European Cities" rapport uitgegeven. Een samenvatting ervan vind je hier. Bedoeling hiervan was een methode te ontwikkelen om Europese steden onderling te kunnen vergelijken aan de hand van 'meetbare' indicatoren.

Over het nut van dergelijke typologieën en de aard van de indicatoren is het zeker nuttig nog eens een blogboom op te zetten, maar dat gaan we voor later bewaren. Wat me nu wel leuk lijkt is de typologie eens overlopen. Maar liefst 13 verschillende soorten steden weet het rapport te beschrijven. In de volgende weken zullen we regelmatig een bepaalde typologie opdissen en op zoek gaan naar een bijhorende stad.

Zowat alle soorten steden zullen dus de revue passeren. Dat zijn zowel grote internationale kenniscentra, gevestigde hoofdsteden, opkomende hoofdsteden, nationale dienstverleningsknooppunten, hervormingspolen, grotere steden met (haven-)infrastructuur, moderne industriecentra, onderzoekscentra, bezoekerscentra, gedesindustrialiseerde steden, regionale marktcentra, regionale openbare dienstverleningscentra en satellietsteden. Dertien dus, zoals beloofd.

Het kuststadje (foto) vormt helaas geen aparte categorie. Maar wellicht vinden we er in deze vakantieperiode toch een speciaal plekje voor.

woensdag 24 juni 2009

Moedige mannen















Ouagadougou, hoofdstad van Burkina Faso en Ouaga voor de vrienden. Ze tonen er zich graag de beste leerling van de klas als het er op aankomt geld van ontwikkelingssamenwerking te mobiliseren. In de binnenstad struikel je dan ook over de lokale NGO's die elk wel één of meerdere projecten lopen hebben met Europese steden en dorpen.

Steeds meer Burkinabezen trekken naar hun hoofdstad. Om de één of andere reden blijft het ontwikkelingsgeld toch gemakkelijker in de stad plakken dan dat het naar het platteland vloeit. Daardoor is de stad de laatste jaren enorm uitgebreid, en niet steeds volgens een vooraf uitgestippeld plan. Als je bij voorbeeld vanuit de lucht de luchthaven nadert, heb je de indruk op de centrale verkeersas te zullen landen in plaats van op de tarmak.

Om de wildgroei toch aan te pakken, werd begin jaren 2000 werk gemaakt van een urbanistisch plan voor de stad. Verschillende fondsen werden samengelegd, Europese stedenbouwers staken de koppen bij elkaar en een nieuw project kreeg vorm. De bouwvallige hutjes die rond de stortplaatsen in het zuid-oosten opgetrokken waren bleken ongezond en konden dus beter afgebroken worden. Zo kwam er onmiddellijk plaats vrij voor een nieuw administratief centrum, een win-win oplossing zowaar. Ruimte voor een nieuw stadium en congrescentra, woongelegenheid voor de hogere functionarissen, nieuwe administratieve centra en, annex, de betere NGO's, ... ze hebben hier allemaal hun optrekje. Bezoekers kunnen terecht in de Sofitel. Ouaga 2000, dat was nu weer eens een fijn en nuttig ontwikkelingsproject. Brede boulevards verbinden de plek met de echte stad in het noorden, met het niets in het zuiden.

Hoewel, uit datzelfde niets zie je dagelijks moedige mannen met koopwaar naar de stad trekken. Met of zonder project, zij houden de stad als marktplaats in stand.

dinsdag 23 juni 2009

Rechteroever















Als je wilt weten wat linker- en rechteroever is, moet je met je gezicht gaan staan in de richting dat het water stroomt. Aan je linkerhand heb je dan linkeroever, aan je rechterhand rechteroever.

Stel dat je dit doet op een plaats waar zich een stad langs de stroom heeft ontwikkeld, dan zal je merken dat beide oevers er erg verschillend uitzien, zo ook in Sjanghai. Op linkeroever bevindt zich het oude gedeelte, met de Bond als uithangbord van het oude financiële centrum, op rechteroever staat een openluchtmuseum aan moderne landmarks als uithangbord van het nieuwe financiële centrum. Ze hebben langs beide zijden van de stroom een breed wandelpad aangelegd, om van de ene kant naar de andere kant te kunnen kijken, maar toch vooral van het oude naar het nieuwe centrum.

Die nieuwe rechteroever was in vroeger tijden een ongezond moerasgebied waar vooral de onderwereld de plak zwaaide. Vandaag ontwikkelt zich daar in snel tempo een -waarschijnlijk al even ongezond- nieuw zakencentrum waar de bovenwereld het voor het zeggen heeft, de witteboordchinezen zeg maar. Alles verandert blijkbaar, maar toch niet helemaal.

Op de foto zie je rechteroever: Pudong. In de reusachtige kroontjeswipper in het centrum herken je ongetwijfeld het in 2008 geopende nieuwe World Financial Centre. Van hieruit brengt een supersnelle magnetische zweeftrein (Maglev) je aan 450 km/h in exact 8 minuten naar de internationale luchthaven. De stad heeft de ambitie om ook in de andere richting: van de luchthaven naar de 20 miljoen tellende agglomeratie, iedereen in maximum 1 uur op bestemming te brengen. Aan ambitie zal het hen niet ontbreken.

maandag 22 juni 2009

De stadsmarkt.

















De gemiddelde marktganger in Vlaamse steden is op zoek naar vleeskleurig stevig ondergoed, een set pannen waarin het paardenoog nooit meer aanbakt en, in het beste geval, een kip aan het spit of een potje brandnetelkaas. Voor al het overige eten loopt hij of zij liever de supermarkt binnen.

Daar is niets mis mee, maar zo mis je natuurlijk wel een essentieel onderdeel van het kookgebeuren, dat begint immers met het keuren en vergelijken van de waar. Het fruit en groenten uit de supermarkt ziet er wel allemaal erg netjes, blozend en vers uit, maar de smaak laat het dikwijls een beetje afweten. Het vlees is voorverpakt waardoor je het groter geheel mist om juist te weten van welk stuk koebeest of varken je een lap in je bord wilt krijgen. Het ergste is het nog gesteld met de vis- en schaaldieren. Die zie je al helemaal niet op appetijtelijke wijze gepresenteerd. Ofwel liggen de stukjes vis moederziel alleen in een plastiek schaaltje te wachten op een of andere kleun die toch niet weet hoe hij het moet klaarmaken, ofwel liggen de gefileerde lappen urenlang op een bed van ijs het beste van zichzelf, hun smaak dus, prijs te geven. Neen, echte vis of schaaldieren koop je op hun geheel en, liefst, op de markt. Grote stadsmarkten, waar het de moeite loont om zeldzame en minder zeldzame waar samen te brengen en waar je 's morgensvroeg reeds de beste ingrediënten van de verschillende kramen bijeen kan zoeken.

Op het plaatje: de Mercat de la Boqueria in Barcelona waar ze rechts onder de meest goddelijke vruchten die het zilte sop ons te bieden heeft te koop aanbieden: percebes of eendenmossels. Ze worden bij laagtij met de hand van de kliffen geplukt in Gallicië en zijn daardoor pokkeduur. Maar als je de mogelijkheid ziet om ze te proeven mag je dat feestje niet laten passeren. Als je niet weet hoe je ze moet eten is er slechts één oplossing: mij mee aan tafel vragen.

zondag 21 juni 2009

Le grand Hornu

















In Boussu, bij Mons, is één van de mooiste musea voor moderne kunst van België gelegen: Le Grand Hornu. Later zullen we zeker eens dieper ingaan op deze site. Vandaag kijken we eens naar de straatjes errond. Blijkbaar is er van gentrificatie nog niet veel sprake. Moeten we daar gelukkig om zijn ?


zaterdag 20 juni 2009

2 miljoen m² kantoorruimte

















Het zal wel een ruwe schatting zijn, maar zowat 2 miljoen m² kantoorruimte staat leeg in Brussel. Waaronder het, vroeger 80.000 m² tellende rijksadministratief centrum. Vandaag zal men daar nier alleeen in renoveren, maar ook - naar Brusselse normen- in innoveren. Slechts 70.000 m² zal men bij voorbeeld herontwikkelen als kantoorruimte. Daarnaast komen de obligate winkels en speelpleinen en, primeur: een goede 490 woningen.

Brussel stelt zich graag op als een sociale stad en, sindskort, ook als een voorbeeld van een duurzame stad. Voor de kleine 500 woningen die in het rijksadministratief centrum opgetrokken worden vrees ik echter dat geen van beide retorieken ook in de praktijk zullen omgezet worden.

vrijdag 19 juni 2009

Nieuwe mobiliteit

















De moderne stadsmens herkent men aan z'n mobiliteit. Mobiliteit en verplaatsing is niet hetzelfde. Verplaatsing is de materiële beweging van Parijs naar Londen, bij voorbeeld. Dit blijft belangrijk voor de aflevering van goederen. Mobiliteit is de mate waarin men zich in verbinding kan stellen met anderen. Verplaatsing kan, maar hoeft daar geen deel van uit te maken.

Vandaag de dag situeert mobiliteit zich voornamelijk onder de grond. Kabels allerhande zorgen daarvoor. De mobiliteit van de moderne stad kan men waarschijnlijk beter aflezen van het ondergrondse kabelnetwerk dan van het autowegennet dat erboven ligt.

Op het plaatje: een put in het wegdek in Brussel: een mobiele stad.

donderdag 18 juni 2009

En verder ?

















Sommige steden hebben een roemrijk politiek-economisch verleden. Brugge, bij voorbeeld, kan er nog steeds op teren. De hele stad is er op ingesteld. Toch zal elke bezoeker er een ambigu gevoel aan overhouden. Het is allemaal wel mooi, maar het heeft soms ook een hoog Bokrijkgehalte. De stedelijkheid in Brugge is, stel dat ze er al is, niet erg zichtbaar. Brugge is zich daarvan bewust en probeert, met onder andere een moderne concertzaal op het Zand, daar verandering in te brengen. De toekomst zal uitwijzen of het lukt.

Een andere stad waar ik zo'n gevoel bij heb is Praag. Niet dat je in Praag geen stedelijkheid aanvoelt, maar ook hier is alles georiënteerd naar het verleden. Het recente verleden zit zelfs nog in ons collectief geheugen: de stad van subversieve intellectuelen, the place to be voor elk weldenkend mens uit de jaren '70 en '80.

Maar wat is Praag vandaag ? Wat heeft de stad naast haar historie ons vandaag te bieden ? We hadden kunnen denken dat, na het wegvallen van de muur zo'n 20 jaar geleden en het uiteenvallen van Tsjechië en Slovakije erop volgend, de intellectuele elite van Praag zou openbloeien. En met haar de stad.

Maar ik heb dat niet zo aangevoeld. Ik dacht, in 2006, hoe moet het nu verder met die stad ?

woensdag 17 juni 2009

't Hof van Ellende






















Welkom in een nieuwe rubriek op deze blog: leuke cafés in de stad. Leuk kan een beetje van alles zijn: gezellig interieur, rare mensen, bijzondere bieren... . We steken van wal met 't Hof van Ellende in de Draakstraat in Antwerpen. Goed bier en een sympathieke waardin zijn, naast happy hour op dinsdagavond, haar belangrijkste troeven. Je vraagt je af waarom ze dit 't Hof van Ellende noemen.

Woensdagochtend weet je het.

dinsdag 16 juni 2009

Petit Paris

















Sommige plekjes in Brussel zijn begiftigd met een hoog Parijsgevoel. Neem nu de Parvis in Sint-Gillis. Op een zonnige dag staan de terrasjes buiten en drinken de mensen er koffietjes, koele wijntjes of frisse pintjes. Op het eerste gezicht niets bijzonder, in eender welk boerengat in België zetten ze dan evengoed de terrasjes buiten voor identiek hetzelfde doel. Wat maakt de Parvis, en bij uitbreiding Parijs, dan zo speciaal? Ik denk dat hier verschillende elementen een rol in spelen.

Om te beginnen zit je niet in eender welk boerengat, maar wel in een druk doende stad. Rustig genieten van je consumptie terwijl de stad aan je voeten naarstig verder haar 24 uurs programma afraast, bezorgt je een bijzondere status en dat is een erg fijn gevoel. Net vakantie, al mag je het zo niet noemen. Vandaar dat je her en der laptops ziet, of schrijvende, lezende en studerende mensen. Ook vergaderen hoort daarbij. In de fijne stad kan je je ten volle wijden aan je plichten zonder dat het een sleur hoeft te zijn, en dat is slechts enkelen gegeven.

Daarnaast is het natuurlijk ook erg plezierig om stiekem mensen te kijken, in een stad, op een zonnige dag. Als het wat meezit word je daar enkel gelukkiger van. Niet alleen omwille van de mooiere exemplaren onder ons die in luchtig tenue onze blik capteren, maar ook omwille van de enorme mengelmoes mensen die daar elkaars pad kruisen. Het geeft je het gevoel van in het centrum van de wereld te zitten, van er deel van uit te maken.

Tenslotte, en dit is niet onbelangrijk, is er ook nog dat ongedwongen sfeertje, beetje rommelig zelfs. Dat maakt dat je je er erg thuis kan voelen. Een beetje nonchalance maakt dat je je zo’n een plek een stuk gemakkelijker eigen kan maken dan een afgeborstelde taverne. Maar goed. Dit laatste zegt waarschijnlijk meer over mezelf dan over de stad.

Wie nog ideeën heeft waarom het goed toeven is op de Parvis, of net niet, moet zich niet inhouden.

maandag 15 juni 2009

Leve de Bourgeoisie
















Marchienne-au-Pont, een deelgemeente van Charleroi, ontwikkelt zich tegenwoordig als de "Porte Ouest". Een nieuw centrum om verenigingen in onder te brengen, enkele ateliers sociale economie en een aantal sociale woningen moeten de bezoekers, die langs de autosnelweg via de Rue de Mons Charleroi binnenrijden, overtuigen dat er een nieuwe wind waait bij de Carolo's.

Bilbao was ook ooit een zware industriestad. Daar hebben ze de reconversie op een iets andere manier vorm gegeven. En ja, er is ook veel op aan te merken, maar Porte Ouest kan echt niet overtuigen. Hoe komt dat toch, dat de ene stad zich wel aan nieuwe economische omstandigheden aanpast en de andere stad veel moeilijker ?

Een gedacht hierover zit bij de bourgeoisie. Steden met een bourgeoiscultuur kunnen dit gemakkelijker aan dan steden zonder. Charleroi is een zuivere arbeidersstad, de bourgeoisie zit er in de marginaliteit.

Op het plaatje: Maman, de spin van Denise Bourgeois, op bezoek bij het Guggemheim in Bilbao.

zondag 14 juni 2009

Qween geeft het goede voorbeeld

















Vandaag kun je in de krant (De Standaard) lezen dat de Britse Koningin een moestuintje heeft opgestart in haren hof achter Buckingham Palace. En blijkbaar is ze niet alleen. Ook Mevrouw Obama heeft de spa al ter hand genomen en een stukje van de pelouze van het Witte Huis omgespit.

Als je het mij vraagt hebben beide dames daarmee de change definitief ingezet voor de realisatie van een oude anarchistische gedachte: een zelfvoorzienige stadslandbouw. Sin las mujeres, no hay revolution, zoveel is duidelijk. Ikzelf heb alvast ook mijn bijdrage geleverd. Op een zonnige dag nuttig ik het aperitief niet meer onder een parasol op het gras, maar temidden de gezonde snabbels.

zaterdag 13 juni 2009

Fout zooitje
















Chinezen hebben een zwak voor zoölogieën. Als zij een nieuwe stad bezoeken, staat de plaatselijke dierentuin steevast op het programma. In Beijing kan je dan ook nog een echte negentiende eeuwse zoo bezoeken. Foute kooien met foute dieren, het levert wel mooie plaatjes op. Maar je moet je wel haasten. Onder druk van de internationale bezoekers zijn ze in sneltempo de zoo aan het omvormen. Binnenkort mag je van geluk spreken als je in de verte, tussen het groen, nog een luipaard herkent. Dat ze dat boeltje dan maar direct helemaal afschaffen.

vrijdag 12 juni 2009

Vlaamse Suburbs

















Suburbs worden vaak geassocieerd met uitgestrekte residentiële gebieden die zich rond de stedelijke kernen in de V.S. ontwikkeld hebben. Zij die iets meer verdienden dan diegenen die noodzakelijkerwijs dicht bij hun werk moesten wonen, verkozen meer land en huis voor hun geld en vestigden zich in de landelijke stadsrand in plaats van in de dure bourgeois-appartementen van het centrum. Tegen die individuele keuzes valt meestal niets in te brengen. Het woonconfort in de rand is immers geenszins te vergelijken met wat je in de stad kan en kon krijgen.

In Vlaanderen begon de suburb zich reeds op kousenvoeten in de eerste helft van de 20ste eeuw te ontwikkelen, maar nam vooral een hoge vlucht vanaf de jaren '60. Je kan het voor hen die op dat ogenblik huisjes, kindjes en een aangenaam leventje aan het uitbouwen waren moeilijk een foute keuze noemen. Je zal daar bij voorbeeld maar gestaan hebben, zo rond 1978, in het centrum van Mechelen, terwijl je collega in zijn tuin naar het fluiten van de vogeltjes lag te luisteren.

Maar sinds eind jaren '80, en nog steeds, ligt de Vlaamse suburb onder vuur. Ze zou mede oorzaak zijn van het mobiliteitsprobleem, veel te veel ruimte innemen, de sociale cohesie aantasten en waarschijnlijk nog veel meer. Sinds vernieuwde interesse in de stad, krijgen suburbs de zwarte piet. Echte stadsmensen moesten daar eens meewarig mee lachen, met die verkavelingskens.

In de V.S. hebben de suburbs zich zonder aarzelen geïdentificeerd met de stad waarvan ze functioneel afhankelijk waren. De Vlaamse suburbia bleven erg gericht op de landelijke gemeenten waar de villawijken opgetrokken werden: het ene boerengat kon uitgroeien tot een rijke villawijk, de andere gemeente bleef een 'gemeen' dorp met zielige verkavelingsprojecten. Niemand werd daar erg enthousiast over.

Gelukkig verruimen de laatste tijd terug de geesten. Vlaanderen wordt een rasterstad. Hierin is plaats voor zowel de historische centra van de stad, stedelijke periferieën als de verkavelingsdorpen. Het is terug toegelaten om onder je boom naar de vogeltjes te luisteren én je tegelijkertijd een stadmens te voelen. Ik denk dat Vlaanderen een mooie toekomst tegemoet gaat.

donderdag 11 juni 2009

Onbruikbare functionaliteiten

















Bauhaus is een interessante school geweest. Zij hebben zowat de meest vooruitstrevende architecten en designers voortgebracht (of geïnspireerd) die vorm hebben gegeven aan het modernisme van de 20 eeuw. Onze eigen Van de Velde, bekend van de Boekentoren in Gent, maar wellicht nog meer als art-deco designer van de NMBS-treinen uit de vorige eeuw, was één van de voorlopers van deze beweging.

De Bauhaus dacht dat het een goed idee was om de architectuur van het gebouw af te stemmen op de functie ervan. Een moderne gedachte die de naoorlogse stadsarchitectuur in belangrijke mate bepaald heeft. En, het moet gezegd, ze hebben niet alleen voor innoverende binnenhuisinrichting gezorgd, maar ook pareltjes van gebouwen neergezet.

Maar waar ze minder rekening mee hebben gehouden is dat gebouwen in de loop van hun bestaan kunnen veranderen van functie. Zelfs de wijze waarop we ons dagelijks leven inrichten verandert, net omwille van technologische innovaties, in een razendsnel tempo. Een logisch gevolg hiervan is dat zogezegd 'functionele' gebouwen na een twintigtal jaar onaangepast worden aan de nieuwe eisen die eraan gesteld worden. Voor de bouwindustrie een gouden zaak, maar op vlak van duurzaamheid niet zo'n goed idee.

Maar wellicht net daarom ware Kunst: prachtige gebouwen, zuiver in lijn en vorm en, totaal nutteloos.

woensdag 10 juni 2009

Bijzondere vaardigheden

















Het stadsleven is den buiten niet. Samenleven in een stad vraagt ontegensprekelijk meer sociale vaardigheden. Op het platteland kun je overleven door je lapje grond te bewerken of eens om de paar weken wat voorraad in te slaan. Je wordt vriendjes met je kippen, de koe van de buren of met het opgaan van de zon. In de stad niets van dat. Harde omgangsvormen heb je daar nodig. Van zodra je je hoofd buitensteekt wordt je onderworpen aan de regels van het samenleven, en die zijn niet min. Vandaar: de stadsmens moet zich die bijzondere vaardigheden eigen maken. Hij is, a fortiori, geciviliseerd.

Uitzondering zijn die stedelingen die zoveel ruimte kunnen innemen dat ze van die noodzakelijke sociale vaardigheden zijn vrijgesteld, die zich niet met het openbaar vervoer of per fiets moeten verplaatsen, die niet naar de bibliotheek of andere publieke oorden gaan,... Zij kunnen overleven zonder zich te moeten confronteren met diegenen die ze liever niet zien. Het zijn dikwijls de meest boertigen van de stad.

dinsdag 9 juni 2009

Het Scandinavisch model

















Göteborg is een aangenaam stadje. Nu ja, zo een klein is het nu ook weer niet. Met een goed half miljoen inwoners is het de tweede stad van Zweden. De haven (de grootste van Zweden) en bijhorende industriële activiteiten zijn hier niet vreemd aan. Göteborg is ook een heel erg nette stad. Geen rommel of afval langs de weg, perfect onderhouden parken, nette gevels en natuurlijk mooie grote blonde mensen. Het lijkt wel geen echte stad.

Maar als je dan van de ene oever: de woonstad, kijkt naar de andere oever: de werkstad, kan je je moeilijk voorstellen dat het die Zweden zijn die langs de andere kant werken in havendokken. Dat is ook niet zo, daarvoor hebben ze zo'n 20 % immigranten, vooral uit Afrika. Nu kun je denken, mensen met een kleurtje, dat zou toch opvallen in dat hoogblond straatbeeld. Niets daarvan. Deze zitten veilig opgeborgen in enkele nieuwe 'settlements' ver weg in het bos. Angered is er het grootste en bekendste voorbeeld van. Alle niet-Zweedse nationaliteiten zitten daar in één grote multiculturele gemeenschap samen. 's Morgens veel busverbindingen naar de haven, overdag een minimum-dienst en 's avonds met z'n allen snel terug naar het bos.

Volgens de Zweden werkt dat prima zo.

Op het plaatje: blijkbaar hebben onze Zweedse vrienden nog wat meer dat ze in het bos, veilig verscholen in een rots verbergen. Wat weten we niet en stevige metalen poorten en een paar camera's maken je ook duidelijk dat het niet de bedoeling is dat je dat te weten komt. En ook: het viel al op dat er in de stad geen spatje graffiti te vinden was. Op het eerste gezicht: een niet gecontesteerde samenleving. Gelukkig is dat maar schijn. Tussen Göteborg en Angered vindt je geen rotsje meer onbeschilderd.

En zo heeft alles dan toch een plekje gevonden en kunnen we, oef, toch van een echte stad spreken, een rasterstad noemen ze dat tegenwoordig.

maandag 8 juni 2009

Driewerf hoera voor Bordeaux

















Helaas, geen recept voor een saus, noch een wijnverhaal. Maar ik houd dit jullie te goed, beloofd. Wel even een focus op Bordeaux. Met haar 230.000 inwoners situeert ze zich op het niveau van Gent, al zou je haar op het eerste gezicht groter inschatten. Dat heeft waarschijnlijk veel te maken met de Communité Urbaine die de stad heeft georganiseerd met haar ruimere agglomeratie.

Het recente bestuurlijk verleden van Bordeaux is niet erg ingewikkeld. Van na WO II tot 1995 nam Jacques Chaban-Delmas het burgemeesterschap waar en sindsdien is het de speeltuin van Alain Juppé die we nog kennen, onder andere als premier van Frankrijk onder Jacques Chirac (1995-1997).

En we weten ondertussen hoe dat gaat met ex-premiers in Frankrijk. Ze bouwen hun stad uit tot een nieuwe metropool. Wat men ook over Juppé bewere (hij is veroordeeld geweest omwille van het versassen van overheidsgeld naar zijn partij ), in Bordeaux zullen ze blij geweest zijn met deze Pierre Mauroy van het zuiden. Na zowat een halve eeuw dobberen op het ritme van de golfjes van de Garonne, werd het tijd dat de stad nog eens onder handen gepakt werd.

Het recept van die ex-premiers start steevast met een aansluiting op het TGV-netwerk en, hierop volgend, een uitgebreid netwerk van lokaal openbaar vervoer. Mobiliteit, en dat hebben ze toch wel goed door, die Fransen, zien ze blijkbaar als de basis voor stedelijke ontwikkeling.

Bijzonder interessant in Bordeaux is de introductie van de tram. Geen ingewikkeld net met bovenleidingen die het straatbeeld vervuilen, maar een hypermodern en ingenieus systeem van trams met onderleidingen. Stel je even voor hoe deze Pont de Pierre er zou uitzien, overspannen met zo'n bovengrondse elektrificatie...

zondag 7 juni 2009

Toekomst voor Opel

















Als de heisa rond de verkiezingen wat is gaan liggen, kan de draad weer opgenomen worden om een toekomst voor de Opel-vestiging in Antwerpen te zoeken. Europa kan het voortouw nemen in het ondersteunen van nieuwe, duurzame technologie. Auto's voor de toekomst bouwen, noemen ze dat.

In Torino, de bakermat van Fiat, kunnen we alvast het prototype van die toekomstige auto bewonderen (foto).

zaterdag 6 juni 2009

West India Quay

















Een sfeerbeeld van de Londense Docklands geeft aan hoe compact gebouwd deze plek wel is. Nochtans, als je langs de West India Quay flaneert, voelt dit niet zo aan. Water en een paar boompjes groen verrichten wonderen in een stad.

De overkapping in het verlengde van de brug is het station van Canary Wharf, zowat het centrum van dit centrum. De trein die er stopt brengt je van de oude stad, via de nieuwe stad naar de oude residentiële buitenwijk van Greenwich. Gewoon door het venster kijken en je bent getuige van een gratis een les in stadstransformatie. Die trein vervoert je zonder chauffeur. Om de paar minuten komt er, volautomatisch van om de hoek, een rups aangerold. Deuren gaan open, deuren gaan dicht en that's it. Maar het ontbreken van een levende ziel betekent niet dat niemand je in de gaten heeft. In de trein, op de perrons, op de trappen, in de straten... overal staan camera's opgesteld: CCTV. Sinds de bomaanslagen in de Londense tube stelt niemand ze nog in vraag. En waarschijnlijk terecht.

Maar soms voel ik me, als ik me door die trein laat transporteren, opgeslokt in een grote machine, volautomatisch van hot naar her gesast. Dat is wennen. Toch hoeft dit niet negatief te zijn. Krachtige computers zijn zeker beter in het organiseren van mobiliteit dan de som van alle afzonderlijke menselijke pogingen.

vrijdag 5 juni 2009

De stedelijkheid van Raveel

















Nog tot eind volgende week loopt in 'De Loketten', de ontvangst- en tentoonstellingsruimte van het Vlaams Parlement, een interessante expositie met werk van Roger Raveel.

Waarom is die tentoonstelling interessant ?

Raveel schildert (schilderde) vooral het leven uit zijn onmiddellijke omgeving. Als je in Machelen-aan-de-Leie woont, is dat leven niet echt stedelijk te noemen. Sommigen zouden dan ook de neiging kunnen hebben om hem als nogal kerktorenvlaams te catalogeren.

Zijn collega's uit de Cobra-beweging zoals Alechinsky of Appel hebben zich inderdaad verder erg stedelijk ontwikkeld. In tegenstelling tot de twee vernoemden, zullen we Raveel zelden met New York associëren. Toch betekent dit niet dat we het werk van Raveel niet stedelijk kunnen noemen.

Veel meer dan met ruimtelijke aanwezigheid in een stad, heeft stedelijkheid immers te maken met mobiliteit, communicatie, vermogen te absorberen en te evolueren. Alleen al omwille van de verschillende invloeden van andere schilders die hij expliciet in zijn werken brengt, getuigt Raveel van dergelijke stedelijkheid.

De tentoonstelling brengt een schoon schare schilderijen samen waarvan vele uit privé-collecties komen. Ook al ben je geen fan van Raveel, de moeite waard om eens binnen te wippen.

donderdag 4 juni 2009

Shanghai World Financial Center















Elke stad heeft zo haar reputatie. Voor Londen en Shanghai is dat gelijkaardig: het zijn beide financiële centra van wereldformaat.

De architectuur van beide steden is echter grondig verschillend. In Londen worden financiële transacties heel down to earth gevoerd. De massieve blokken, opgetrokken uit donker graniet of zware Tudor-baksteen, laten zij die moeten onderhandelen niet veel speelruimte. In Shanghai is er waarschijnlijk al evenmin veel ruimte voor zottigheid. En, durf ik hopen, gelukkig maar. Toch zitten ze ginds met hun hoofd iets meer in de wolken. De Eiffels van deze eeuw houden zich tegenwoordig immers in het Oosten op. Ze kunnen er zich in hun architecturale en ingenieurscapaciteiten ten volle uitleven.

De toren op het plaatje, de Shanghai World Financial Tower, is vandaag zo ongeveer het hoogst bewoonbare gebouw ter wereld. (Andere gebouwen, die méér dan 492 hoog zijn, danken dat meestal aan een antenne of zo). Om te voorkomen dat mensen zeeziek zouden worden door het heen en weer wiegen op de hogere verdiepingen, hebben ze contra-gewichten gehangen die als een zware klepel heen en weer bewegen, in tegenfase met de wind. Een beetje als een grote staande klok.

De toren biedt onderdak aan 13.000 mensen. In België is dat zowat het inwonersaantal van een modale gemeente. Het maakt de concierge van dit gebouw tot Burgemeester en de syndic tot gemeenteraad. Naar de stembus gaan in zo'n toren is overbodig, ze worden afgerekend of het resultaat dat ze neerzetten of, zoals Deng Xiaoping zei: "Het geeft niet of een kat wit of zwart is, als ze maar muizen vangt".

En toch. Vandaag op het plein van de Hemelse Vrede in Beijing: enkele moedige witte katten die vinden dat het er wél toe doet, welke kleur je hebt. Een gedacht om zondag mee te nemen...

woensdag 3 juni 2009

Ceci n'est pas le musée René Magritte
















Iedereen zal het dezer dagen geweten hebben: in Brussel is een museum geopend voor René Magritte. Neen, niet het René Magritte Museum, dat wordt al langere tijd opengehouden in Jette (website).

Surrealistischer kun je het wellicht niet bedenken, al zijn de toegewijde mensen uit Jette niet zo opgezet met hoe alles verlopen is. De twee musea zouden elkaar immers goed kunnen aanvullen maar over, bij voorbeeld, duo-tickets of gezamenlijke promotie vonden de nieuwe initiatiefnemers het blijkbaar niet nodig om het museum uit Jette te kennen.

En daarmee komen tot een typisch Belgisch-Brussels aspect van het surrealisme: la réalité dépasse la fiction. Initieel gehanteerd om de geconstrueerde realiteit in vraag te stellen en dus subversief, in onze hoofdstad wordt het dikwijls aangehaald als een artistieke karaktertrek van het bestuurlijk apparaat om loutere inefficiëntie schouderophalend te relativeren.

Op de foto zien we een roltrap in het vernieuwde gedeelte van het station van Brussel-centraal. Drommen treinreizigers zullen waarschijnlijk, ooit, uit de muur breken en de trap opstormen naar het perron.

dinsdag 2 juni 2009

City Poems






















Londen is vooral gekend als financieel centrum. B.H. Fraser is er bankier. Tussen twee business-deals door is er echter tijd voor een stukje poëzie. Een stadsgedacht op rijm zeg maar. Deze kan je op gezette tijdstippen tijdens de lunch gaan beluisteren, op 18 juni bij voorbeeld, van 13.05 tot 13.30. Als je te laat bent om de Eurostar te boeken, kan je ook op zijn website: www.bhfraser.com terecht.

Langs de ene kant spreekt het wel aan natuurlijk. Hij verpersoonlijkt het ideaalbeeld van de nieuwe stad: succesvol in geldzaken, investeert in kunst en urban culture en gaat deze dan nog persoonlijk uitdragen ook. Maar laat ons van de andere kant op onze hoede zijn. We hebben gezien wat bankiers met het financieel systeem aangevangen hebben, als we ons nu ook al op hen moeten verlaten voor stadspoëzie...

Maar uiteindelijk moeten we ons niet laten leiden door deze beschouwingen: zelf lezen en appreciëren - of niet- blijft, vooral in steden, het devies.

maandag 1 juni 2009

Lord Foster






















De kans is niet onbestaande dat Norman, Lord Foster, over een jaar of honderd tot één van de meest toonaangevende stadsarchitecten van deze tijd zal gerekend worden. We kennen hem van de koepel op de Reichtag in Berlijn, de cornichon in Londen of misschien wel de Millau brug in Frankrijk. Minder gekend, maar daarom niet onbelangrijk: de 4 windmolens langs de E17 nabij Kortrijk. (Wie meer plaatjes of info wil, even doorklikken naar hun webstek) .

De reden waarom wij aandacht besteden aan deze architect is omdat hij op een zeer efficiënte wijze erin slaagt om enorme gebouwen via moderne architectuur zeer energiezuinig in te kleden. We kunnen ons levendig voorstellen dat de stad van de toekomst meer en meer dergelijke serres zal bevatten. Moderne technieken laten vandaag immers toe dat het best aangenaam toeven is in deze gigantische ruimtes. Je hebt de illusie van openheid, en toch ben je beschut.

Wij stellen er ons nog meer verticale wolkenkrabbers bij voor, niet alleen voor kantoren of flats, maar tevens voor groenvoorziening en, waarom niet, voor stadskoeien en spruitjes.

(op het plaatje: het British Museum onder een nieuw Foster-dak)