In Weimar staat een huis. Niet zomaar een huis. Het is (was) de woning van niemand minder dan Henri Van de Velde. Wat zocht deze Antwerpenaar, onze Henri, in Weimar ?
Blijkbaar veel ambitie en beweging. Graaf Kessler bij voorbeeld, een invloedrijke kunstmecenas uit Weimar die even daarvoor Van de Velde naar Dresden gehaald had voor een grote tentoonstelling. En de plaatselijke groothertog Wilhelm Ernst natuurlijk, die in navolging van zijn Keizer geen gelegenheid onbenut liet om Weimar op de internationale culturele kaart te zetten. Ze kozen toen resoluut voor de avant-garde, de creatieve vernieuwing. Van de Velde ging zich in 1902 in Weimar vestigen, werd cultureel adviseur van groothertog en stond zo aan de wieg van de uitbouw van een kunsthogeschool die later zou uitgroeien tot het Bauhaus. Bij het uitbreken van de oorlog hield Van de Velde het ginds voor bekeken en verhuisde naar Zwitserland.
Wat leren we hieruit ?
1. Steden zijn aantrekkelijk voor invloedrijke avant-gardisten als er ook ambitieuze lieden zijn die er veel geld voor over hebben.
2. Die ambitieuze lieden kunnen we beter wat wantrouwen want enkele jaren later brak de eerste wereldoorlog uit.
3. Geen avant-gardistische, en waarschijnlijk ook geen andere kunst, kan oorlog voorkomen.
Maar laat dat ons er vooral niet van weerhouden om met veel ambitie onze steden met grootste architecturale projecten op de kaart te zetten. Het maakt het reizen voor de toekomstige generaties zoveel aangenamer.
Op de foto: het woonhuis van Van de Velde, even buiten de stad gelegen. Ook toen was de stad vooral een plek waar je ging werken, niet wonen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten