Gisteren zag je op de Staten-Generaal van Brussel alleen maar blije mensen. Dat is op zich al een fijn gegeven. Er brak zelfs spontaan applaus los toen de dag opgedragen werd aan de 'sans papiers' die in de kelders van de Brusselse universiteiten de volgende verkiezingen afwachten.... . Je verwacht moeilijk iets anders van een zaal vol mensen van goede wil. Ik kon echter even niet volgen. Dat laatste zal, vrees ik, aan mijn gebrek aan goede wil liggen.
Maar het punt blijft: eens de beleidsmakers het podium van het Kaaitheater verlaten hebben, wordt alles een stuk moeilijker. Pieter Lesaffer had het er gisteren in zijn opiniestukje voor De Standaard ook over: Brussel is Parijs niet. Zelfs een eenvoudig project van huurfietsen krijg je in onze hoofdstad niet van de grond.
Nu vrees ik dat de modale Brusselaar niet echt op een huur- of andere fiets aan het wachten is. Ik vrees dat hij op niets meer wacht en doet wat hij al eeuwen doet: zijn goesting. Of het nu Karel V is die z'n intrek neemt in aula magna, de Hollanders, de omhooggevallen Belgische bourgeoisie of de Europese instellingen... het zal hem allemaal worst wezen.
En helemaal ongelijk hebben die Brusselaars niet. Ze weten als geen ander dat niet de Brusselse, maar wel de Vlaamse, respectievelijk Waalse politici bepalen wat mogelijk is in hun stad. Dat is niet veel, vrees ik. En tot zo lang blijft het conglomeraat van 19 kosmopolitische dorpen een krabbenmand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten